Nogmaals: Waarom Lelystad Airport een heel slecht plan is.

Hoe maken we Nederland mooier? Hoe zorgen voor een optimale leefomgeving? Dat vraagt om zorgvuldige afwegingen en feitelijk onder-bouwde besluiten. Ten aanzien van de Lelystad Airport zien we de afgelopen jaren een patroon van het steevast verkeerd of niet informeren van publiek, bestuurders en volksvertegenwoordigers. Er wordt als het ware een loopje genomen met de feiten.  Met als gevolg: verkeerde besluiten. Zoals de openstelling vanwege de ‘overloop’ functie van Lelystad Airport.  Een functie die niet uitvoerbaar is. Of het onoplosbare probleem van laagvliegroutes. Met grote gevolgen vandien.

SATL heeft de feiten samengebracht, inclusief een tijdslijn.

Feiten Lelystad Airport-maart-2024

Besluiten op verkeerde gronden

Eerdere besluiten, over het onder voorwaarden openen van Lelystad Airport, zijn dan ook op verkeerde gronden genomen. Tel daarbij op de negatieve effecten van nog een vliegveld in ons kleine volle land, het onoplosbare probleem van laagvliegroutes en het tanende politieke en maatschappelijk draagvlak.

In januari 204 heeft de Tweede Kamer met ruime meerderheid de motie aangenomen om Lelystad Airport niet te openen voor groothandelsverkeer. Een verstandig besluit. De luchtvaart is er tenslotte voor Nederland en niet andersom.

Feiten

In de loop der jaren is dossier Lelystad Airport een complex gebeuren geworden. De ‘frames’, toezeggingen, beloftes, meningen en technische aspecten vliegen je om de oren. Maar wat zijn nu de feiten? Hoe heeft het zo mis kunnen gaan?

We hebben gepoogd deze bij elkaar te brengen, inclusief een tijdslijn. Zo krijg je snel en eenvoudig een beeld van de gang van zaken.

Feiten Lelystad Airport-maart-2024

Waarom is er geen samenhang tussen het ervaren van geluidsoverlast en het gemeten geluid?

Geluidsoverlast van vliegtuigen wordt voornamelijk veroorzaakt door de lagere frequenties. Maar die worden met huidige meetmethodes met de gebruikte A-correctie (dB(A)) zwaar onderschat. Hierdoor vallen klachten over geluidsoverlast niet samen met het gemeten geluid.
Onderzoek wijst uit dat er pas een samenhang is tussen de geluidsmeting en de overlast, als bij de geluidsmeting de zgn C-correctie (dB(C)) wordt toegepast.

LAAG FREQUENT GELUID
De sterkte van geluid drukken we vaak uit in éen getal (dB; decibel), maar net als licht is geluid samengesteld uit verschillende ‘kleuren’.
Het menselijk oog ziet maar een deel van het licht, zoals vaak duidelijk zichtbaar is als er een regenboog ontstaat. Wat we niet zien van het licht bestaat natuurlijk ook. Denk hierbij maar aan zowel infrarood als ultraviolet licht.
Ook geluidstrillingen kunnen we maar voor een deel waarnemen van zeer lage tonen met een frequentie van ongeveer 20 trillingen per seconde (20 Hz; Hertz) tot zeer hoge tonen met ongeveer 20.000 Hz. Naarmate we ouder worden kan onze gevoeligheid voor het horen van hoge en lage tonen afnemen. Met iedere verdubbeling van de geluidsfrequentie klinkt het geluid een octaaf hoger. Denk hierbij aan de A waarmee muziekinstrumenten worden gestemd bij 440 Hz. Geluid van de hieronder genoemde frequentie van 1000 Hz klinkt dus ruim een octaaf hoger.
In het oor zitten duizenden trilharen, die elk bij een specifieke geluidsfrequentie gaan meetrillen en zo een signaal doorgeven aan de hersenen. Het aantal trilharen in het oor dat gevoelig is voor de lagere frequenties is veel kleiner dan die voor de hogere tonen. Dat betekent dat we doorgaans ongevoeliger zijn voor het horen van laagfrequent geluid.
De maat waarin we de geluidssterkte uitdrukken in dB (decibel) geeft aan hoeveel malen sterker het geluid is in vergelijking met de laagste gehoordrempel. De dB-schaal is een logaritmische schaal.
Er is een methodiek ontwikkeld om de geluidssterkte van verschillende frequenties om te rekenen naar de beleving van geluid bij 1000 Hz, welke frequentie als standaard genomen wordt. In de tweede helft van de twintigste eeuw is in Japan veel laboratoriumonderzoek verricht naar de beleving van geluid. Proefpersonen werd gevraagd om de sterkte van geluid van verschillende frequenties naar hun beleving in overeenstemming te brengen met de als standaard gekozen geluidssterkte bij 1000 Hz. Op deze wijze werd de gevoeligheid van het menselijk oor voor verschillende delen van het geluidsspectrum in kaart gebracht.
Dit onderzoek werd achtereenvolgens uitgevoerd bij verschillende geluidssterktes, vanaf omgevingsgeluid bij omstreeks 40 dB tot hard geluid (tot ver boven 80 dB).
De resultaten van dit uitvoerige onderzoek hebben geleid tot het opstellen van de isonorm
ISO226; rev. 2003.

Op basis hiervan is een lijst opgesteld met correctiefactoren om de gemeten geluidssterkten van verschillende delen van het spectrum in overeenstemming te brengen met de gevoeligheid van het menselijk oor. Voor normaal omgevingsgeluid zijn getalswaarden gerapporteerd waarmee de gemeten geluidssterkte in dB per octaafband moet worden verminderd dan wel vermeerderd. Deze correctie van de gemeten waarden noemen we de A-correctie en de aldus berekende geluidssterkte wordt weergegeven als dB(A). Als voorbeeld geef ik hieronder een beperkt aantal A-correctiewaarden:


Wat hierbij opvalt dat voor omgevingsgeluid het gemeten laagfrequente geluid extreem naar beneden wordt gecorrigeerd.
Bij 16 Hz wordt er maar liefst 57 decibel naar beneden gecorrigeerd!

In de onderzoekingen in Japan is ook gebleken dat de gevoeligheid van de proefpersonen voor laagfrequent geluid sterk toeneemt als het geluid harder wordt. Een verklaring hiervoor is dat niet alleen het aantal voor laagfrequent geluid gevoelige trilhaartjes in het oor van belang is, maar ook het feit dat delen van het lichaam gaan meevibreren. Zo kan het hart bijvoorbeeld in harmonische trilling komen bij ongeveer 80 Hz, terwijl andere organen dit weer bij andere specifieke frequenties doen met alle gezondheidsrisico’s van dien.

Dit is de reden dat er een tweede correctietabel is opgesteld voor hard geluid, met name in verband met deze sterk toenemende gevoeligheid voor laag frequent geluid. Dit wordt de C-correctie genoemd en de hiermee berekende geluidswaarden worden uitgedrukt in dB(C).
Onderstaande tabel geeft een indruk van de onderlinge verschillen tussen de A- en C-correctie voor enkele frequentiegebieden:

 

Wanneer hard geluid niet volgens de C- correctie, maar volgens de A-correctie wordt omgerekend, dan betekent dit dat de bijdrage van het laagfrequent geluid vrijwel geheel wordt weggerekend, alsof het niet zou bestaan. Met gebruik making van de C-correctie, zoals voorgeschreven, wordt in het lage gebied ongeveer 50 dB minder afgetrokken van de gemeten geluidsdrukken dan volgens dB(A).

Echter, in de dagelijkse praktijk wordt nog steeds uitsluitend gerekend met dB(A)-waarden. De in gebruik zijnde geluidsmeters zijn vrijwel alle alleen maar voorzien van een A-filter. Volgens deze methode wordt er dan geen of vrijwel geen storende aanwezigheid van laagfrequent geluid aangetoond ondanks de vele bestaande klachten, en dat terwijl een en ander al geruime tijd bekend is, zoals blijkt uit publicaties in het eerste decennium van deze eeuw.

In 2007 werd in opdracht van de FAA, de NASA en Canadian Transport gezamenlijk uitgebreid onderzoek verricht met als belangrijke conclusie dat in het geval van de aanwezigheid van laagfrequent geluid alleen de C-correctie moet worden toegepast omdat met de A-correctie geen correlatie wordt gevonden met aanwezige klachten. Een min of meer gelijkluidende conclusie is ook te vinden in een rapport van de NLR uit 2009 naar aanleiding van bij de Polderbaan van Schiphol verrichte onderzoekingen.

Het Amerikaanse onderzoek uit 2007 werd uitgevoerd bij Dulles-Washington International Airport tijdens het optrekken bij de start en het afremmen tijdens de landing. Hoe meer motorvermogen, des te meer laagfrequent geluid.

De effecten en de hinder van het laagfrequent geluid konden, berekend als dB(C)-waarden, voor 90% gelinkt worden aan klachten van omwonenden.
In dit onderzoek is daarnaast ook uitgebreid aandacht besteed aan de invloed op omliggende gebouwen, en de mogelijkheden van geluidsisolatie.
Zie pag. 98 – 101 van dit onderzoeksrapport:
https://web.mit.edu/aeroastro/partner/reports/proj1/lfnreport-2007-001.pdf

Het onderzoek van de NLR werd uitgevoerd naar aanleiding van destijds al snel optredende klachten van omwonenden van de Polderbaan van Schiphol, die in 2003 in gebruik werd genomen. Dit zogenoemde ‘grondgeluid’ vertoonde pieken rond 32 Hz in het laagfrequente gebied.

De klachten konden niet verklaard worden aan de hand van de dB(A)-waarden, maar wel heel goed aan de hand van de dB(C)-gecorrigeerde waarden, wat dus duidt op een directe relatie met laagfrequent geluid.
In het gevoeligste frequentiegebied tussen ca. 32 en 40 Hz worden geluidssterktes tussen 80 en 85 dB als hinderlijk gerapporteerd, terwijl bij waarden hoger dan 85 dB sprake kan zijn van een beklemmend gevoel van trillingen op de borst.

Zie pag. 7 van dit onderzoeksrapport en het diagram op pag 9 :
https://reports.nlr.nl/server/api/core/bitstreams/37a3ffa1-0e2c-4d63-a9d1-3d6a49af4436/content

Bekend is dat geluidsspectra doorgaans opgenomen worden met een ondergrens van 125 dB, terwijl de nadelige effecten van geluid met veel lagere frequenties al uitgebreid onderzocht en gerapporteerd zijn.

Mijn conclusies zijn dan ook:

1. Geluidsspectra dienen te worden opgenomen in het frequentiegebied van 16 Hz en hoger, en niet – zoals nu vaak het geval – vanaf 125 Hz.
2. In het geval van geluidsdrukken van 80 dB en hoger moet gecorrigeerd worden met de C-correctie tot dB(C) waarden. Gebruik making van de A-correctie leidt tot een wegberekenen c.q. ontkennen van laagfrequent geluid.

Ton Tukkers
21-1-2024

Ministerie I&W blijft onverdroten koersen op opening nieuwe piekbelaster: Lelystad Airport

Recentelijk is gebleken dat het ministerie van IenW onverdroten doorgaat met het uitwerken van plannen om Lelystad Airport te openen. Het ministerie is samen met Schiphol zelfs bezig een nieuwe reden voor opening te creeren, nu functie van ‘overloopluchthaven’ is komen te vervallen. Dit is een opmerkelijke stap, gezien het belang dat Nederland heeft om de stikstofproblematiek op te lossen.

Met een door Schiphol berekende uitstoot van 524.000 kg NOx , zou Lelystad Airport in de top 20 van de grootste vervuilers komen. Intussen is aangetoond dat de daadwerkelijke uitstoot vele malen hoger zal liggen, dan de door Schiphol zelf berekende cijfers.

Brandbrief

De Samenwerkende Actiegroepen Tegen Laagvliegen (SATL) hebben een brandbrief gestuurd naar de ministers C. Van der Wal-Zeggelink (Natuur en Stikstof) en P. Adema (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit). Een kopie van de brief is gestuurd naar minister M. Harbers (Infrastructuur en Waterstaat), de leden van de Tweede Kamer, provincie en gemeenten.

Brief aan minister – P. Adema (LNV)

Brief aan minister C. van der Wal (Stikstof)

Verkeerde intenties

Het doorzetten van de voorbereidingen om Lelystad irport te openen gebeurt niet met de intentie een gepaste bijdrage te leveren aan het oplossen van de (stikstof)emissie- en klimaatcrises – Integendeel. Uit de stukken blijkt dat IenW wil proberen om milieuwinst als gevolg van krimp bij Schiphol één-op-één te verbinden aan de opening van LA.

Ofwel, Schiphol werkt, in nauwe samenwerking met het ministerie van I&W, aan een manier om de uitstoot  vooral niet te hoeven verminderen.

Gevolgen voor boeren en bouwen

In de brief vraagt SATL aandacht voor onder meer de volgende punten.

  • Met een uitstoot van 524.000 kg NOx (d.i. een berekening van de luchthaven zelf) zal LA op plaats 20 van de Top 100 lijst van piekuitstoters van het ministerie van N&S belanden. Met stip, want deze cijfers zijn onvolledig, zoals SATL eerder heeft aangetoond en inmiddels ook van overheidswege is erkend.
  • IenW claimt emissiewinst als Schiphol naar 440.000 vliegtuigbewegingen (vtb) krimpt, maar koppelt er wel de voorwaarde aan dat LA opengaat voor uiteindelijk 45.000, vanuit Schiphol ‘weggekrompen’ vakantievluchten. Hier is m.a.w. geen sprake van krimp en emissiewinst.
  • Uitstoot van 524.000 kg NOx  staat jaarlijks (!) de bouw van ca. 70.000 woningen in de weg.
  • Het ministerie van IenW en de Schiphol Groep willen met een aanvraag van een natuurvergunning voor een eerste tranche van slechts 10.000 vtb deze en andere hen onwelgevallige uitkomsten maskeren of omzeilen. Een dergelijke salami-aanpak is in strijd is met Europese regelgeving.
  • Salderen van stikstofruimte zal de toch al wankele businesscase van LA verder onder druk zetten en bovendien de salderingsmogelijkheden van boeren beperken.
  • Door ligging en (laagvlieg)routes vormt LA een extra bedreiging voor nu al overbelaste N2000 gebieden op met name de Veluwe, in Salland en Weerribben/Wieden. Boeren dwingen hun bedrijf te sluiten en tegelijkertijd een piekuitstoter als LA toestaan zijn deuren te openen en laag over en nabij N2000 gebieden te gaan vliegen zal de vertrouwenscrisis in Oost- en Noord-Nederland bepaald niet verkleinen. De in december 2019 unaniem aangenomen motie van de gemeenteraad van Oldebroek zegt genoeg: ‘Het is onbegrijpelijk en onaanvaardbaar dat de stikstofproblematiek alleen maar op de boeren wordt betrokken en niet ook op de luchtvaart en de industrie.’

Saillant: onderzoek gestart naar stikstoffraude

Onlangs besloot het OM een strafrechterlijk onderzoek te starten naar stikstoffraude door ambtenaren van het ministerie van IenW en medewerkers/directie van Schiphol. Lees er hier meer over.

Meer over hoe Schiphol de lakens uitdeelt in Nederland?

SATL schreef hier een boek over: ‘Schiphol regeert‘.

Of kijk naar de afgelevering van ‘Pak de Macht’ over de macht van Schiphol.

Documenten

Download hier de documenten:

Brief aan minister – P. Adema (LNV)

Brief aan minister C. van der Wal (Stikstof)

Stikstofgate continues. Raad van State: Ministerie moet gegevens openbaar maken en dwangsom betalen

lelystad airport stikstof raad van state

Rechter oordeelt: Ministerie moet dwangsom betalen en stikstofberekeningen Lelystad Airport leveren

Onlangs oordeelde de bestuursrechter van de Raad van State in een tussenuitspraak dat het ministerie van LNV de invoergegevens van de stikstofberekeningen voor Lelystad Airport moeten leveren. Deze zaak loopt sinds januari 2020. Het ministerie heeft tot dusver geweigerd de gegevens openbaar te maken en moet daarom een dwangsom betalen.  

De rechter heeft zich uitgesproken in een zaak die door stichting HoogOverijssel was aangespannen in het kader van de Wet Openbaarheid van Bestuur (WOB).  In januari 2020 waren documenten opgevraagd over de stikstofberekeningen van Lelystad Airport, die zijn tot op heden niet door het ministerie geleverd. De hoogste bestuursrechter geeft de minister van LNV nu acht weken de tijd om de fouten te herstellen. Bovendien moet de minister de stichting een dwangsom betalen van 1.400 euro voor het overschrijden van de beslissingstermijn.

Waarom zijn de berekeningen van belang?

De voor Lelystad Airport benodigde stikstofruimte gaat af van de landelijke totale hoeveelheid (de ontwikkelruimte). En die boekhouding moet uiteraard transparant zijn en kloppen. Zodat helder is welke keuzes tav verleende en nog te verlenen natuurvergunningen door de politiek gemaakt worden. En dat gecontroleerd kan worden of de verschillende belangen (sluiten landbouwbedrijven, woningbouw, etcetera) goed worden afgewogen.

Manipulatie stikstofberekeningen en aangifte

Eerder bleek al dat de stikstofberekeningen voor Lelystad Airport zijn gemanipuleerd. Door onder andere de invoergegevens aan te passen, te rekenen met onrealistische waarden en een dubbele stikstofboekhouding te voeren. Er is in deze kwestie zelfs aangifte gedaan tegen ambtenaren en het management van Schiphol vanwege oa. valsheid in geschrifte, en verduistering van bewijs. Het OM is hier inmiddels een onderzoek naar gestart.

Liever dwangsom dan openheid?

Kenmerkend voor het proces is dat zowel het ministerie van LNV als het ministerie van I&W keer op keer niet voldoen aan de juridische termijnen voor besluitvorming. De ministeries lijken te kiezen voor de betaling van de dwangsom in plaats van het geven van de gevraagde openheid over de stikstofberekeningen. Ook eerder in een soortgelijke procedure weigerde het ministerie van I&W tijdig openheid te geven en dient een dwangsom van 15.000 euro te betalen aan de stichting HoogOverijssel.

Openbaarheid stikstofberekeningen: het proces

  • Sinds 2019 doet SATL vele verzoeken aan diverse ambtenaren bij het ministerie van I&W met de vraag om helderheid over de stikstofberekeningen Lelystad Airport. Die berekeningen leidden vervolgens tot een zo lage stikstof-depositie dat het ministerie concludeerde dat er voor het vliegveld geen natuurvergunning hoefde te worden aangevraagd, maar dat volstaan kon worden met een zgn PAS-melding (lees er hier meer over).
  • Op 5 januari 2020 dient stichting HoogOverijssel een WOB-verzoek in. Het gaat om openheid over de bestanden die aan de basis liggen van de stikstofberekeningen voor Lelystad Airport.
  • Het ministerie van LNV levert niet de gevraagde documenten, terwijl dit volgens de Wet Openbaarheid van Bestuur (WOB) wel had gemoeten. Ook het bezwaarschrift tegen dit besluit leverde niet de juiste documenten op.
  • Na bezwaar en afwijzing is er beroep ingesteld bij de rechtbank Zwolle. Op 18 juni 2021 doet de rechter uitspraak en stelt HoogOverijssel in het gelijk: Stikstofberekeningen Lelystad Airport moeten openbaar en wel vóór 7 oktober 2021.
  • Op 6 oktober 2021 wordt door het ministerie van LNV wel een verzameling bestanden gestuurd, maar niet de gevraagde berekeningen. En dat kan geen ongelukje zijn. Lees er hier meer over.
  • Stichting HoogOverijssel stapt naar de Raad van State en deze oordeelt in januari 2022 dat de door HoogOverijssel gevraagde documenten geleverd moeten worden. Men achtte een dwangsom niet nodig aangezien de Staat verwacht wordt dat men zich aan de wet en gerechtelijke uitspraken houdt. Helaas zonder resultaat. Daarom voelt de stichting zich genoodzaakt nu wel om een dwangsom te vragen.

Roept veel vragen op

Deze gang van zaken roept veel vragen op:

  • Waarom wil Lelystad Airport – geholpen door ambtenaren van ministeries – koste wat het kost een natuurvergunningaanvraag ontlopen?
  • Waarom  doen ambtenaren van ministeries er alles aan om openheid over stikstofberekeningen te voorkomen? En negeren daarbij wet- en regelgeving en zelfs gerechtelijke vonnissen. Wat valt er te verbergen?
  • Waarom wordt – in een stikstof crisis – door ambtenaren van ministeries prioriteit gegeven aan een nieuwe  luchthaven, ten koste van het bouwen van woningen en boeren?

Meer hierover

De Stentor: ‘Tegenstanders groei Lelystad Airport krijgen meer stikstofcijfers van de minister’

RTV Oost: ‘HoogOverijssel krijgt niet de gevraagde informatie over uitbreiding Lelystad Airport’

Omroep Flevoland: ‘Minister moet meer cijfers aan tegenstanders vliegveld geven’

 

 

 

Interview: Politiek moet zich bezinnen op toekomst luchtvaart

Leon Adegeest, voorzitten SATL, dringt er bij de politiek aan op bezinning en een intelligente benadering van de luchtvaart.

Een interview van RTV Vechtdal over de advertentie die SATL plaatste in landelijke dagbladen met een oproep aan de formatie partijen, de toekomst van de luchtvaart, stikstof, liegen en bedriegen en beloftes.

Donald Harpenslager sprak met Leon Adegeest over de meest recente ontwikkelingen rond Lelystad Airport en Schiphol.

Het hele interview beluister je hier.

Ga hier naar het hele artikel.

 

 

Rechter oordeelt: Stikstofberekeningen Lelystad Airport moeten openbaar, maar ministerie weigert.

Onlangs oordeelde de bestuursrechter van de Raad van State in een hoger beroepszaak dat het ministerie van I&W en LNV de invoergegevens van de stikstofberekeningen voor Lelystad Airport niet mochten achterhouden en dat deze openbaar gemaakt moesten worden. En wel vóór 7 oktober 2021. Hiermee werd SATL geheel in het gelijk gesteld. Het ministerie echter geeft geen gehoor en weigert de gegevens openbaar te maken.  

Wat schetst onze verbazing? Op 6 oktober werd wel een verzameling bestanden gestuurd, maar niet de gevraagde berekeningen. En dat kan geen ongelukje zijn. Hiermee weigert het ministerie van LNV een gerechtelijk vonnis uit te voeren.

Wij vinden het niet te bevatten en ook een schandalige werkwijze dat ambtenaren op het ministerie van LNV een gerechtelijk bevel weigeren uit te voeren. Terwijl de ambtenaren van LNV en overstaan van de Staatsraad nota bene hebben toegezegd de bestanden vrij te geven. Daar sta je dan als burger met je goede gedrag.

‘Stikstofgate’

Eerder bleek al dat de stikstofberekeningen voor Lelystad Airport zijn gemanipuleerd. Door onder andere de invoergegevens aan te passen, te rekenen met onrealistische waarden en een dubbele stikstofboekhouding te voeren. Er is in deze kwestie zelfs aangifte gedaan tegen ambtenaren en het management van Schiphol vanwege oa. valsheid in geschrifte, en verduistering van bewijs.

Roept veel vragen op

Deze gang van zaken roept veel vragen op:

  • Waarom wil Lelystad Airport – geholpen door ambtenaren – koste wat het kost een natuurvergunningaanvraag ontlopen?
  • Waarom  doen ambtenaren er alles aan om openheid over stikstofberekeningen te voorkomen? En negeren daarbij wet- en regelgeving en zelfs gerechtelijke vonnissen. Wat valt er te verbergen?
  • Waarom wordt – in een stikstof crisis – door ambtenaren prioriteit gegeven aan een nieuwe  luchthaven, ten koste van bouwen en boeren?

In gebreke

Het ministerie van LNV is dus wederom in gebreke gebleven. De advocaat van SATL heeft intussen het ministerie en de Raad van State laten weten dat de toegezegde documenten niet zijn geleverd en vraagt de rechtbank om hulp om het ministerie te manen de betreffende gegevens met spoed aan te leveren. 

Lees hier de pdf waarin dr. ing. Leon Adegeest uitleg geeft over het missende invoerbestand en de spoedzitting: Missend-bestand-spoedzitting

Zie ook

 

WOB-verzoek

In het stikstof dossier waar foute berekeningen steeds weer opduiken wijst alles er steeds op dat er naar uitkomsten is toegerekend om zo aan te tonen dat er voldoende ruimte was om Lelystad Airport te realiseren.

Om te kunnen beoordelen of er daadwerkelijk stikstofruimte was moet er ook gekeken worden naar hoe stikstofruimte in andere sectoren destijds was berekend.

Hiervoor is vandaag een WOB-verzoek ingediend om inzicht te krijgen in welke stikstofgegevens in 2015 zijn gebruikt voor de Passende Beoordeling over het PAS op basis waarvan de minister sindsdien in elke MER beweert dat er voldoende stikstofruimte was voor LelystadAirport.

Op basis van de recente uitspraak van de rechtbank Overijssel over ons eerdere Wob-verzoek zijn er namelijk signalen dat dat niet klopt. 

Download het WOB-verzoek

Rechter dwingt ministerie tot openheid over stikstofberekeningen

De rechter heeft zich uitgesproken in een zaak die door HoogOverijssel was aangespannen in het kader van de Wet Openbaarheid van Bestuur (WOB)

Het gaat in deze om bestanden die zijn opgevraagd die aan de basis liggen van de stikstofberekeningen. Die berekeningen leidden vervolgens tot een zo lage stikstof-depositie dat het ministerie concludeerde dat er voor het vliegveld geen natuurvergunning hoefde te worden aangevraagd maar dat volstaan kon worden met een zgn PAS-melding (lees er hier meer over)

Bij het WOB-verzoek (5 januari 2020) waren documenten opgevraagd, die zijn niet door het ministerie geleverd. Ook het bezwaarschrift tegen dit besluit leverde niet de juiste documenten op.

Na bezwaar en afwijzing is er beroep ingesteld bij de rechtbank. Op 3 juni was de zitting bij de rechtbank in Zwolle.

Op 18 juni kwam reeds de uitspraak in deze zaak:

Het beroep is gegrond en de rechtbank vernietigt het bestreden besluit

Lees hier de volledige gang van zaken en het besluit:

Procesverloop

In het besluit van 11 mei 2020 (het primaire besluit) heeft verweerder een beslissing genomen op een verzoek van eiseres inzake openbaarmaking van documenten op grond

van de Wet openbaarheid van bestuur (hierna: Wob).

In het besluit van 28 september 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiseres tegen het primaire besluit ongegrond verklaard.

Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Verweerder heeft een verweerschrift ingediend. Eiseres heeft op het verweerschrift gereageerd en nadere beroepsgronden ingediend. Verweerder heeft een aanvullend verweerschrift ingediend en een nader stuk ingebracht.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 3 juni 2021. Eiseres heeft zich laten vertegenwoordigen door [naam 1] [naam 2] bijgestaan door haar gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. J.E.W. Tieleman.

Overwegingen

Wettelijk kader

1. Artikel 3, eerste lid, van de Wob bepaalt dat een ieder een verzoek om informatie neergelegd in documenten over een bestuurlijke aangelegenheid, kan richten tot een bestuursorgaan of een onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan werkzame instelling, dienst of bedrijf.

Besluitvorming

2. Bij brief van 3 januari 2020 heeft eiseres, onder verwijzing naar de Wob, verweerder verzocht om een kopie van de volgende documenten aan haar te verstrekken:

– gereserveerde PAS-ruimte voor het prioritaire project van de groei van luchthaven Lelystad tot 45.000 vliegbewegingen (groot verkeer) per jaar, en

– PAS-meldingen van Lelystad Airport van 14 februari 2018 en 30 maart 2016 exclusief de Aerius-berekeningen (d.w.z. ingevulde meldingsformulieren, begeleidende brieven en onderzoeksrapporten).

Eiseres heeft, eveneens op 3 januari 2020, een soortgelijk verzoek bij de minister van Infrastructuur en Waterstaat (hierna: minister van IenW) ingediend. Bij brief van 14 februari 2020 heeft de minister van IenW aan eiseres meegedeeld dat na overleg met verweerder is gebleken dat dit Wob-verzoek betrekking heeft op informatie die berust bij verweerders ministerie. Het Wob-verzoek is daarom ter verdere behandeling aan verweerder doorgezonden.

Op 11 februari 2020 heeft eiseres haar Wob-verzoek telefonisch uitgebreid in die zin dat dit verzoek tevens ziet op een uitdraai van de feitelijke reserveringsruimte.

3. In het primaire besluit heeft verweerder vastgesteld dat op basis van het verzoek van eiseres drie documenten zijn aangetroffen. Deze drie documenten (genummerd 1, 2 en 4) zijn opgenomen in bijlage 2 bij het primaire besluit.

– Document 1, getiteld ‘feitelijke reserveringsruimte vliegvelden onder PAS’ betreft een GML-bestand. Dit document is (geheel) openbaar gemaakt. Vanwege de omvang van dit document is dit digitaal aan eiseres verstrekt. In bijlage 3 bij het primaire besluit is een toelichting gegeven op document 1.

– Documenten 2 en 4 zijn gedeeltelijk openbaar gemaakt en aan eiseres verstrekt. De persoonsgegevens zijn uit deze documenten verwijderd.

Op deze bijlage staan tevens vijf documenten (genummerd 3, 5, 6, 7 en 8) vermeld die reeds openbaar zijn. De Wob is niet van toepassing op reeds openbaar gemaakte documenten en verweerder heeft volstaan met het noemen van de vindplaatsen van deze documenten op internet.

4. Het bezwaar van eiseres ziet enkel op document 1.

Eiseres heeft aangevoerd dat dit document slechts een uitvoerbestand is en dat de daarbij behorende invoer- en controlebestanden ontbreken. Verder blijkt niet uit dit uitvoerbestand dat er ruimte is gereserveerd voor de ontwikkeling van Lelystad Airport, maar enkel dat er ruimte moet zijn gereserveerd voor de luchtvaartsector in zijn geheel. Zij heeft juist gevraagd om de gereserveerde jaarlijkse ruimte voor Lelystad Airport.

Ter hoorzitting heeft eiseres hieraan toegevoegd dat uit het openbaar gemaakte document 6 volgt dat de inventarisatie naar de gevraagde documenten niet volledig is geweest. Er wordt in document 6 expliciet gesproken over uitvoerbestanden per vliegveld. Volgens eiseres moeten deze uitvoerbestanden de invoerbestanden zijn geweest voor het uitvoerbestand van de gehele luchtvaart (document 1). Eiseres heeft hierbij verwezen naar pagina 26 van document 6 en een tabel waaruit volgt dat elke luchthaven een eigen rekengebied heeft. Daaruit volgt dat er uitvoerbestanden per vliegveld moeten zijn, aldus eiseres.

5. In het bestreden besluit heeft verweerder allereerst meegedeeld dat er wederom is gezocht maar dat hij, behoudens document 1, geen invoer- of controlebestand dan wel andere documenten met een dergelijke inhoud heeft gevonden. Verweerder heeft zich op het standpunt gesteld dat voor luchthaven Lelystad Airport geen afzonderlijke berekening is gemaakt van de ontwikkelingsruimte die is gereserveerd voor deze luchthaven.

Uit document 6 maakt verweerder op dat de berekeningen die ten grondslag liggen aan de inhoud van dit document naar zijn ministerie zijn gestuurd ter verwerking in Aerius. Een document met de betreffende berekeningen heeft verweerder niet gevonden binnen het documentmanagementsysteem en ook heeft verweerder deze berekeningen niet in papieren vorm of binnen een ander digitaal systeem van zijn ministerie aangetroffen.

Omdat er, behoudens de bij het primaire resultaat openbaar gemaakte documenten, geen andere documenten op zijn ministerie aanwezig zijn die zien op het Wob-verzoek van eiseres, heeft verweerder dat besluit gehandhaafd.

Beroepsgronden en nadere reactie van verweerder hierop

6. Eiseres stelt in haar beroepschrift, samengevat weergegeven, dat een uitvoerbestand niet kan bestaan zonder invoer- en controlebestanden. Het verstrekte uitvoerbestand (document 1) is zonder de daarbij behorende invoer- en controlebestanden volstrekt onleesbaar, zodat het ongeloofwaardig is dat deze invoer- en controlebestanden niet bestaan dan wel niet aanwezig zijn op verweerders ministerie. Eiseres stelt dat verweerder had moeten onderzoeken of de gevraagde gegevens wellicht opgenomen zijn in andere documenten (dus niet zijnde afzonderlijke berekeningen), zoals het plan-MER dat aan de PAS-regeling ten grondslag is gelegd. Verder heeft verweerder verzuimd navraag te doen hij andere ministeries.

In het aanvullende beroepschrift, opgesteld naar aanleiding van het verweerschrift, stelt eiseres het volgende. In opdracht van het toenmalige ministerie van Infrastructuur en Milieu (hierna: ministerie van IenM) heeft het Nationaal lucht- en ruimtevaartlaboratorium (hierna: NLR) in juni 2014 het onderzoeksrapport “Stikstofberekeningen luchthavens; Ten behoeve van de programmatische aanpak stikstof” opgesteld. Dit rapport heeft eiseres in het geding gebracht. Eiseres verwijst naar paragraaf 3.3 van dit rapport, waarin is verwoord dat de berekende emissies als digitale bestanden op 7 april 2014 aan het ministerie van Economische Zaken (hierna: ministerie van EZ) zijn aangeleverd. Eiseres verbindt hieraan de conclusie dat de door haar gevraagde bestanden aanwezig (moeten) zijn bij het ministerie van (thans) EZK en dat verweerder heeft verzuimd deze bestanden bij dit ministerie op te vragen.

7. Verweerder heeft op 18 maart 2021 hierop gereageerd. Verweerder heeft hierbij, nader toegelicht ter zitting, meegedeeld dat uit onderzoek in het kader van een ander, recenter, Wob-verzoek is gebleken dat het door eiseres genoemde digitale bestand (hierna: Excel-bestand) door NLR rechtstreeks is aangeleverd bij een toenmalige medewerker van het ministerie van EZ. Dit Excel-bestand is niet aangetroffen in verweerders digitale systemen en verweerder heeft daarom dit Excel-bestand opgevraagd bij NLR. Bij besluit van 26 november 2020 heeft verweerder beslist op dit eerdere Wob-verzoek en het Excel-bestand openbaar gemaakt door plaatsing van dit bestand op internet. Verweerder heeft de vindplaats van dit Excel-bestand vermeld.

Beoordeling van het beroep

8. Uit vaste rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) volgt dat, wanneer een bestuursorgaan stelt dat na onderzoek is gebleken dat een bepaald document niet of niet meer onder hem berust en een dergelijke mededeling niet ongeloofwaardig voorkomt, het in beginsel aan degene is die om informatie verzoekt om aannemelijk te maken dat een bepaald document toch onder dat bestuursorgaan berust. Zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling van 19 augustus 2020, ECLI:NL:RVS:2020:1991.

Voor zover openbaarmaking wordt verzocht van stukken die niet bij het bestuursorgaan berusten, maar wel bij het bestuursorgaan hadden behoren te berusten, mag van het bestuursorgaan worden verwacht dat het al het redelijkerwijs mogelijke doet om deze stukken alsnog te achterhalen. Zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling van 20 mei 2015, ECLI:NL:RVS:2015:1586. De rechtspraak over “behoren te berusten” ziet op documenten die bij een bestuursorgaan aanwezig zijn geweest, maar dat niet meer zijn. Voor het oordeel dat een document bij een bestuursorgaan ‘behoorde te berusten’ is daarom in ieder geval van belang dat het document er feitelijk is geweest. Zie de uitspraak van de Afdeling van 13 januari 2021, ECLI:NL:RVS:2021:32.

9. In deze zaak heeft eiseres ter zitting een uitvoerige toelichting gegeven op de wijze waarop stikstofemissies worden berekend en deze emissies vervolgens worden omgezet naar stikstofdeposities. Eiseres heeft, samengevat weergegeven, het navolgende betoogd.

Het digitale document dat verweerder alsnog hangende beroep heeft verstrekt, betreft het Excel-bestand van NLR. Dit betreft een document waarin de verwachte stikstofemissies van de verwachte emissiebronnen (vliegtuigen) over een bepaalde periode zijn berekend. In het Excel-bestand zijn reeds bepaalde keuzes gemaakt. Dit Excel-bestand moet worden omgezet in een ‘Aerius-invoerbestand’, om tot een GML-(uitvoer)bestand te kunnen komen waaruit de stikstofdepositie blijkt. Bij deze omzetting moeten keuzes worden gemaakt. Als voorbeeld heeft eiseres verwezen naar de keuze voor wat betreft temporale variaties, zijnde de verdeling van emissies over een etmaal. Ook heeft eiseres aangevoerd dat voor de warmteinhoud van emissiebronnen in het Excel-bestand is uitgegaan van een variabele warmteflux van 0 tot 62,5587 MW. In de PAS-melding is daarentegen uitgegaan van een warmteflux van 0 MW. De keuze om dit te wijzigen moet op een bepaald moment zijn gemaakt en deze keuze is (wellicht) te achterhalen uit het Aerius-invoerbestand. De keuzes die in dit verband worden gemaakt zijn van belang voor de berekening van de depositie, gegeven de emissie. Zonder dat duidelijk is welke keuzes in het invoerbestand zijn opgenomen, kan die berekening dus niet worden beoordeeld. Het Excel-bestand bevat dan ook niet alle gemaakte keuzes. Om die keuzes te achterhalen is het Aerius-invoerbestand nodig. Dit Aerius-invoerbestand is niet aan haar verstrekt, aldus eiseres.

Vervolgens wordt het Aerius-invoerbestand met behulp van Aerius-software omgezet in het ‘Aerius-uitvoerbestand’. Dat betreft het GML-bestand dat eiseres als document 1 heeft ontvangen. Een GML-bestand is niet leesbaar en moet eerst worden omgezet in een pdf-bestand. Dat pdf-bestand heeft eiseres ook niet ontvangen.

10. Ter zitting heeft verweerder meegedeeld dat een GML-bestand eenvoudig kan worden omgezet in een pdf-bestand en dat eiseres deze omzetting zelf ook heeft uitgevoerd.

Eiseres heeft deze stelling van verweerder niet betwist.

Gelet hierop oordeelt de rechtbank dat, nu het GML-bestand reeds openbaar is gemaakt en de pdf-versie hiervan eenvoudig zelf kan worden gemaakt op basis van het GML-bestand, het pdf-bestand ook reeds openbaar is gemaakt. Het Wob-verzoek van eiseres ziet daarom niet op dit reeds openbaar gemaakte pdf-bestand.

11. Gelet op vorenstaande gaat de rechtbank er van uit dat het Wob-verzoek van eiseres ziet op het Aerius-invoerbestand. Verder is tussen partijen niet in geschil dat het aan eiseres verstrekte (en openbaar gemaakte) GML-bestand betrekking heeft op meerdere luchthavens, en niet specifiek is toegespitst op Lelystad Airport. Het Wob-verzoek heeft juist betrekking op de gegevens betreffende dit vliegveld.

11.1.Naar het oordeel van de rechtbank heeft eiseres toereikend beargumenteerd dat het Aerius-invoerbestand een (digitaal) document is dat bij verweerder had behoren te berusten.

11.2.Eiseres heeft toereikend beargumenteerd dat er gegevens moeten zijn dan wel berekeningen moeten zijn gemaakt die expliciet zien op de stikstofemissies, de stikstofdeposities en de vertaling van de emissies naar de deposities vanwege het gebruik van Lelystad Airport. Er is immers een PAS-melding gedaan voor dit vliegveld waarbij niet kan worden volstaan met gegevens over alle vliegvelden tezamen. Er moet dan ook een GML-bestand (en eventueel een bijbehorend Aerius-invoerbestand) bestaan dat specifiek betrekking heeft op Lelystad Airport. Naar het oordeel van de rechtbank zijn dit (digitale) documenten die bij verweerder hadden behoren te berusten.

12. Gelet op de hiervoor beschreven rechtspraak mag van verweerder worden verlangd dat hij al het redelijkerwijs mogelijke doet om deze documenten alsnog te achterhalen. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder hieraan niet voldaan.

Het bestreden besluit bevat daarom een zorgvuldigheidsgebrek en de rechtbank zal het bestreden besluit vernietigen. De rechtbank zal verweerder opdragen een nieuwe beslissing te nemen op het bezwaar van eiseres.

13. In dit kader heeft verweerder ter zitting meegedeeld dat de conversie van het Excel-bestand naar het Aerius-invoerbestand is uitgevoerd door het RIVM en dat hij dit instituut zal benaderen om het Aerius-invoerbestand te achterhalen.

Naar het oordeel van de rechtbank kan verweerder hiermee niet volstaan. Van verweerder mag in alle opzichten een maximale inspanning worden verwacht om de gevraagde documenten te achterhalen. Deze conversie ziet immers op meerdere luchthavens tezamen, terwijl eiseres expliciet heeft gevraagd om gegevens die enkel betrekking hebben op Lelystad Airport.

Conclusie

14. Het beroep is gegrond en de rechtbank vernietigt het bestreden besluit.

15. Verweerder zal een nieuw besluit moeten nemen met inachtneming van deze uitspraak. De rechtbank stelt hiervoor een termijn van zes weken.

De rechtbank zal hieraan geen dwangsom als bedoeld in artikel 8:72, zesde lid, van de Algemene wet bestuursrecht verbinden. De reden hiervoor is dat het opleggen van een dergelijke dwangsom aan de orde is indien sprake is van een bestuursorgaan dat weigerachtig is te voldoen aan de opdracht tot het nemen van een nieuwe beslissing. Daarvan is in deze zaak op dit moment geen sprake.

16. Omdat de rechtbank het beroep gegrond verklaart, moet verweerder aan eiseres het door haar betaalde griffierecht vergoeden.

17. Omdat het beroep gegrond is, krijgt eiseres een vergoeding voor de proceskosten die zij heeft gemaakt. Verweerder moet die vergoeding betalen. De vergoeding wordt met toepassing van het Besluit proceskosten bestuursrecht als volgt berekend. De bijstand door een gemachtigde levert 2 punten op (1 punt voor het indienen van het beroepschrift en 1 punt voor het verschijnen op de zitting). Die punten hebben een waarde van € 534,- bij een wegingsfactor 1. Toegekend wordt € 1.068,-.

Beslissing

De rechtbank:

– verklaart het beroep gegrond;

– vernietigt het bestreden besluit;

– draagt verweerder op binnen zes weken na de dag van verzending van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen op het bezwaar met inachtneming van deze uitspraak;

Lees het hier: https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBOVE:2021:2437

Brandbrief Actiegroepen aan Eerste Kamer: Schrap niet legitieme PAS-melding Lelystad Airport

“Neem uw rol serieus en schrap PAS-melding Lelystad Airport”

De Samenwerkende Actiegroepen tegen Laagvliegen (SATL) hebben in een brandbrief alle leden van de Eerste Kamer opgeroepen om aanstaande dinsdag een motie te steunen die voorkomt dat de opening van Lelystad Airport via een onjuiste procedure en op basis van onjuiste stikstofberekeningen alsnog wordt gelegaliseerd. “Gelukkig hebben we de Eerste Kamer, zij is er voor om dit soort fouten te corrigeren.”

De Eerste Kamer stemt dinsdag over de Stikstofwet. Inbegrepen is het legaliseren van ruim 3.000 zogeheten PAS-melders (Programma Aanpak Stikstof). Dit zijn bedrijven die zonder vergunning werken sinds de Raad van State in 2019 een streep haalde door dit programma.

Lelystad Airport deed ook mee als PAS-melder, maar deze melding bleek afgelopen jaar gebaseerd te zijn op niet-kloppende berekeningen. De daadwerkelijke stikstofdepositie van Lelystad Airport is dusdanig groot, dat het vliegveld nooit in aanmerking had mogen komen voor een PAS-melding. Zowel de Commissie voor de milieueffectrapportage (commissie MER) als de Commissie Remkes – die onafhankelijk onderzoek deed naar de stikstofkwestie – bevestigden vorig jaar het gelijk van SATL, dat de fouten openbaarde.

Voor SATL was dat in 2020 reden om aangifte te doen van een verdenking van een economisch delict tegen de direct bij die frauduleuze PAS-melding betrokken personen, waaronder een aantal hoge ambtenaren van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Op dit moment buigt het Openbaar Ministerie zich nog over deze aangifte.

Leon Adegeest van SATL: “deze Stikstofwet legaliseert straks een PAS-melding waarvan tot op het hoogste niveau is bevestigd dat die niet deugt. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat én Schiphol beweerden met droge ogen dan de stikstofdepositie van Lelystad Airport minder dan 1 mol per hectare per jaar bedroeg, zodat ze mee konden doen als PAS-melder. In werkelijkheid bleek het om veel meer te gaan. Wij kwamen uit op ongeveer 16 mol, en we kregen het gelijk aan onze zijde.”

Waarmee Adegeest maar wil zeggen: de Eerste Kamer kan niet anders dan Lelystad Airport alsnog te schrappen als PAS-melder. De Eerste Kamer is hier aan zet. Zij controleert de hoofdlijnen van beleid en de onderlinge samenhang van de verschillende regeringsplannen. Beide zijn hier glashard in het geding.

Het kabinet is met deze Stikstofwet van plan om een groot en betwist infrastructureel project via een achterdeur te legaliseren, op grond van achterhaalde informatie. Men wéét dat Lelystad Airport momenteel helemaal geen Natuurvergunning kán krijgen. Men weet dat het Kabinet demissionair is. Men weet dat Lelystad Airport controversieel is verklaard. En dat het Openbaar Ministerie onderzoek doet naar de handel en wandel van de personen die betrokken waren bij de PAS-melding.
Minister Schouten kán deze PAS-melding dus helemaal niet goedkeuren.

“En daarom roepen wij alle senatoren met klem op om te stemmen voor de motie die is ingediend door senator Koffeman”, zegt Adegeest. “Deze motie ziet er op toe dat er een streep gaat door de opname van Lelystad Airport als PAS-melder in de Stikstofwet. Wat ons betreft een koud kunstje voor Schouten. Een doorhaling van de naam Lelystad Airport met pen in de definitieve wettekst is voldoende.”

Niet alleen SATL, maar iedereen die betrokken is bij het voorkomen van Lelystad Airport met haar laagvliegroutes wacht in spanning op dinsdag. Welke senatoren stemmen op D-day toch in met een wet die een dergelijke grote omissie bevat?

Aangifte wegens valsheid in geschrifte, misbruik van gezag en verduistering van bewijs rondom stikstofberekeningen Lelystad Airport

Ambtenaren en adviesbureaus betrokken bij manipulatie stikstofcijfers

Vandaag is aangifte gedaan bij het Openbaar Ministerie van het vermoeden van misdrijven rondom de stikstofberekeningen van Lelystad Airport: valsheid in geschrifte, beïnvloeding van verklaring, misbruik van gezag èn verduistering van bewijsstukken. Bij de aangifte zijn zowel topambtenaren van het Ministerie van Infrastructuur & Waterstaat, adviesbureaus en de directie van Schiphol betrokken. De aangifte betreft de stikstofberekeningen in de milieueffectrapportage van Lelystad Airport en PAS-meldingen. Het Openbaar Ministerie gaat de zaak onderzoeken.

Onjuiste berekeningen

Voor Lelystad Airport zijn meerdere onderzoeken uitgevoerd naar de te verwachten stikstofdepositie. In alle onderzoeken worden onjuiste uitgangspunten gehanteerd, zo ontdekt SATL (Samenwerkende Actiegroepen Tegen Laagvliegen) in 2019. Op advies van Commissie Remkes zijn de bevindingen van SATL getoetst door Commissie m.e.r. en het RIVM. De actiegroepen worden in het gelijk gesteld: De stikstofberekeningen zijn inderdaad onjuist.

SATL heeft een reconstructie gemaakt van de stikstofberekeningen sinds 2014. Daaruit blijkt dat in de verschillende versies van de MER onjuiste aannames resulteren in opvallend lage stikstofwaarden. De waarden zijn zó laag dat Lelystad Airport geen natuurvergunning hoefde aan te vragen. Terwijl zowel de ambtenaren als de ingehuurde adviseurs geweten moeten hebben dat deze berekeningen niet juist kúnnen zijn. Zowel Commissie m.e.r als de Tweede Kamer zijn meermaals verkeerd geïnformeerd. Het bewust verstrekken van onjuiste gegevens in deze situatie is een economisch delict en daarmee strafbaar.

Niet bestaande review

Zo verwijst minister van Nieuwenhuizen in een verklaring over de naar beneden aangepaste berekeningen, naar een fout in de programmacode. Deze verklaring blijkt niet te kloppen. Ook verzochten ambtenaren van het ministerie van I&W in 2014 de MER te herzien, zogenaamd vanwege een uitgevoerde review met substantieel lagere stikstofwaarden. Misbruik van gezag, zo lijkt het. Want de betreffende review blijkt niet te bestaan, zo heeft de minister de Kamer onlangs laten weten.

 Controle onmogelijk

Opvallend is het feit dat het ministerie wel de resultaten van de stikstofberekeningen vrij geeft, maar de onderliggende berekeningen geheim houdt. Dit is ongebruikelijk en maakt controle onmogelijk. Vragen hierover van zowel Kamerleden als burgers worden niet beantwoord of ontweken. Ondanks vele (WOB) verzoeken, weigeren het ministerie en de betrokken adviesbureaus elke medewerking.

Lees verder “Aangifte wegens valsheid in geschrifte, misbruik van gezag en verduistering van bewijs rondom stikstofberekeningen Lelystad Airport”