Dit advies komt voor uit een vraag van de minister van Infrastructuur en Waterstaat, Cora van Nieuwenhuizen. Kort gezegd ging de vraag over het trekken van lessen. Lessen uit de wijze waarop bestuur, beleid en uitvoering in de luchtvaart geregeld waren de afgelopen jaren. Lessen uit
de wijze waarop mensen en hun organisaties betrokken waren.
Die vraag heeft een zoektocht van de commissie in gang gezet. De belangen in de luchtvaart zijn groot, divers en soms tegengesteld. Dat maakt het niet eenvoudig op een goede manier mensen en hun organisaties te betrekken bij de ontwikkelingen in de luchtvaart. En dat terwijl juist op dit gebied veel mensen betrokken willen worden. En terecht, want luchtvaart heeft betekenis voor de levens van veel mensen. Zij reizen met vliegtuigen, werken in de luchtvaartsector, ervaren overlast van vliegverkeer of maken zich zorgen over de impact op natuur en klimaat.
Bovenstaande vragen zijn niet nieuw. Vanuit tal van invalshoeken is al veel gezegd, geschreven, geadviseerd en gedaan over participatie en governance van de luchtvaart. Nu in de luchtvaartnota nieuw beleid voor de luchtvaart wordt geformuleerd is het opnieuw onder de loep nemen van participatie en governance van de luchtvaart zinvol. Governance en participatie in de luchtvaart staan op een kruispunt, waarop belangrijke keuzes gemaakt moeten worden.
Schipholwatch schreef er een goed artikel over: ‘Cohen: teveel losse eindjes luchtvaartnota’
Centrale vragen
Voor de commissie stonden de volgende vragen centraal:
1. Wat valt op in de ontwikkeling van de governance en participatie in de luchtvaart afgelopen jaren?
2. Welke lessen zijn daaruit te trekken voor toekomstige participatie en governance in de luchtvaart?
Lessen voor de toekomst (ofwel: wat moet beter/anders)
De afgelopen decennia laten een golfbeweging zien in de governance van de
luchtvaart. Tot de jaren negentig van de vorige eeuw lag de regie voornamelijk
bij de Rijksoverheid. Daarna werden nadrukkelijker andere partijen bij de ontwikkelingen en de besluitvorming betrokken. Nog weer later verschoof het
zwaartepunt naar een vooruitstrevende vorm van decentrale besluitvorming –
die anderhalf jaar geleden vastliep. In de ontwerpluchtvaartnota wordt nu weer de beweging gemaakt naar een duidelijk sturende overheid: de nota spreekt over centrale regie, met een sterke betrokkenheid van de samenleving via verschillende vormen van participatie. Daarmee staat de overheid nu op een kruispunt naar een nieuw model van governance en participatie in de luchtvaart.
Nodig: meer helderheid en flexibiliteit
De luchtvaart kenmerkt zich door grote dynamiek als het gaat om inhoudelijke vraagstukken, economische schommelingen, transities en de impact van geopolitieke ontwikkelingen. Enerzijds is meer helderheid nodig als het gaat om rollen, procedures en thema’s, met daarin een leidende en sturende rol van politieke organisaties op alle schaalniveaus. Anderzijds is flexibiliteit nodig om te kunnen meebewegen met onvoorspelbare maatschappelijke, economische en technische ontwikkelingen.
Governance verbeteren? 6 adviezen.
- Centrale regie vraagt om verduidelijkingen
- Meer samenhang inhoudelijke lange termijnvisie
- Grotere flexibiliteit in beleid
- Meer helderheid positie van de verschillende partijen, geen belangenverstrengeling
- Versterken kennisbasis ministerie
- Effectieve en efficiente participatie
Hier vind je het hele advies van het overlegorgaan Fysieke leefomgeving.
Wat missen wij in het rapport ? De Governance binnen de rijksoverheid.
Het rapport gaat mn. over ‘externe overlegstructuren’, zoals de verschillende platforms, de Alderstafels en dergelijke. Minstens zo belangrijk is de governance binnen de Rijksoverheid en meer specifiek binnen het Ministerie van Infrastructuur & Waterstaat. Want wil je goed besturen, dan dient belangenverstrengeling voorkomen te worden en dienen functies en bevoegdheden helder en gescheiden te zijn. En laat dat nou juist niet het geval zijn voor de manier waarop het besturen van de luchtvaartsector is georganiseerd. Ook de commissie Cohen waarschuwt hiervoor.
De dubbele petten van het ministerie van I&W
Kortgezegd heeft het ministerie teveel petten op. De overheid is zowel aandeelhouder, beleidsmaker als opdrachtgever voor onderzoek. Zowel (mede-)aanvrager van vergunningen als vergunningverlener. En tevens handhaver. Dit alles in zeer nauwe samenwerking met – soms zelfs in opdracht van (?) – Schiphol. Dit is zeer in tegenspraak met de uitgangspunten van goed bestuur. Van objectief onafhankelijk beleid kan zo geen sprake meer zijn. Laat staan dat er ruimte is voor tegengeluiden en het beschermen van burgers tegen de negatieve effecten van de luchtvaart.
Enkele voorbeelden over de gang van zaken rondom Luchthaven Lelystad:
- Bij vragen over volksgezondheid, zoals de blootstelling aan (ultra)fijnstof of de invloed van (nachtelijk) geluid op de slaapverstoring die wij hebben gesteld aan het Ministerie van VWS, verantwoordelij voor de volksgezondheid, krijgen we antwoord van het ministerie van I&W.
- De regie van verschillende procedures mbt. Lelystad Airport, zoals de MER procedure, wordt door ambtenaren van het Ministerie van I&W gevoerd. In plaats van de initiatiefnemer Schiphol. Andere commerciele organisaties dienen dit zelf te verzorgen.
- Handhaving van afspraken; wet- en regelgeving op het gebied van Luchtvaart is belegd bij de Inspectie Leefomgeving en Transport – ILT – die ook een onderdeel is van hetzelfde Ministerie van I&W. Bekend van het gedogen en “niet handhaven” op Schiphol, Rotterdam Airport en Maastricht Airport.
- In tegenstelling tot de gebruikelijke gang van zaken in de industrie geeft het Ministerie van I&W rechtstreeks opdrachten en financiert deze. Bij voorbeeld rapporten en procedures voor Milieueffect rapportages, communicatie en PR, geluidstudies etc. die normaal voor rekening en verantwoording van de “initiatiefnemer” zijn. Het gaat over vele miljoenen “belastinggeld” die op deze wijze worden besteed.
- Het is algemeen bekend dat Schiphol medewerkers meeschrijven aan antwoorden vop Kamervragen over Lelystad Airport die gesteld worden aan het ministerie van I&W.
Goed bestuur? Nee.
Bij goed bestuur dient belangenverstrengeling voorkomen te worden en dienen functies en bevoegdheden helder en gescheiden te zijn. En laat dat nou juist niet het geval zijn voor de manier waarop het besturen van de luchtvaartsector is georganiseerd. De gang van zaken rondom Lelystad Airport laten dat weer eens goed zien, helaas. En burgers zijn hiervan de dupe.
Lees ook
Schipholwatch schreef er een goed artikel over: ‘Cohen: teveel losse eindjes luchtvaartnota’