Verzoek tot handhaving: Lelystad Airport voldoet niet aan veiligheidseisen

Op dit moment voldoet Lelystad Airport niet aan de nationale en internationale veiligheidsnormen. En vanwege deze overtredingen dient SATL samen met een aantal andere organisaties een verzoek tot handhaving in bij de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). De overtredingen betreffen de schending van de veiligheidsnormen ten aanzien van een aantal onderdelen van de luchthaven, waaronder de startbaan, vereiste verlichting en het gebied rondom de baan.

Veiligheid in het geding

In het AIP, het handboek voor Piloten staat de ‘runway’ voor Lelystad Airport omschreven als een van 2700 meter. Er is echter geen ‘runwaystrip’ en geen ‘runway safetyarea (RESA)’, een veiligheidszone zoals voorgeschreven en hiermee voldoet de startbaan niet aan de internationale veiligheidsnormen die uiteraard ook gelden voor Nederland.


De ontbrekende ‘runwaystrip’ + ‘runway safetyarea’  (respectievelijk 60m + 240m aan weerszijden) maken dat de werkelijke runway slechts 2100 meter is en niet de 2700 meter zoals beschreven.

ILT handhaaft niet

De Inspectie voor de Leefomgeving en Transport (ILT) had toe moeten zien op de noodzakelijke realisatie van de RESA zo staat in de MER 2014 die onderdeel is van het Luchthavenbesluit Lelystad Airport. Dit is echter niet gebeurd.

Het is onduidelijk waarom ILT niet handhaaft. Mogelijk hangt dit samen met het gegeven dat ILT onderdeel is van het ministerie van Infrastructuur & Waterstaat. En precies dit ministerie werkt nauw samen met Schiphol om Lelystad Airport zo snel mogelijk geopend te krijgen.

SATL constateert dat de ILT geen effectief toezicht heeft gehouden en heeft een verzoek tot handhaving (pdf) gedaan

Aanpassingen moeilijk en kostbaar

Uitbreiden van de startbaan naar de vereiste 2700 meter is onmogelijk; aan de ene kant ligt de provinciale weg en aan de andere kant ligt de politieacademie. Om aan de veiligheidsnorm te voldoen zal de luchthaven hoge kosten moeten maken.
Hoe is dit zo ontstaan? Experts gissen ernaar en denken aan ‘onkunde’ bij de ontwerpbureaus.