Mijnheer van Oord, de koffie staat klaar.

In het Algemeen Dagblad van zaterdag 31 augustus jl. staat een interview met de nieuwe CEO van Schiphol, de heer Pieter van Oord. Hij spreekt de hoop uit dat Lelystad Airport snel geopend wordt. Hij verwacht ‘dat zo de druk op omwonenden van Schiphol en de luchthaven Schiphol verminderd kan worden.’

Feitelijk onjuiste uitspraak

Dit is helaas voor hem en alle omwonenden van Schiphol feitelijk onjuist.

De overlast voor omwonenden van Schiphol zal bij een opening van Lelystad Airport niet afnemen. Vluchten verplaatsen van Schiphol naar Lelystad Airport is namelijk niet aan de orde. Lelystad Airport zal een op zichzelf staande luchthaven worden die autonoom gaat groeien. Dat zit hem in de VerkeersVerdelingsRegel (VVR) voor Lelystad Airport. Die bepaalt dat ook andere vliegmaatschappijen, die nu niet op Schiphol vliegen, toegelaten moeten worden tot Lelystad Airport. Deze VVR is gebaseerd op Europese regels.

Geen vermindering druk

De vermindering van de druk op Schiphol zal dus nooit gerealiseerd worden. De jarenlange discussie over de gewenste krimp op Schiphol laat duidelijk zien hoe weinig invloed de Rijksoverheid daarop heeft. Per saldo betekent een opening van Lelystad Airport dus dat de deur voor verdere groei van de luchtvaart in Nederland opengezet wordt. Daarbij is het enige resultaat dat de deken van geluidsoverlast, uitstoot en milieuschade nog verder en zwaarder over Nederland verspreid wordt.

Nog niet voldoende ingevoerd

Inmiddels hebben wij contact gezocht met de CEO van Schiphol de heer van Oord. Wij zien er naar uit om met hem over dit onderwerp in gesprek te gaan. Wij gaan er namelijk van uit dat hij zijn uitspraak gedaan heeft terwijl hij nog niet voldoende in de materie ingevoerd is. Er zal toch geen sprake zijn van het inmiddels spreekwoordelijke ‘Schiphollen’?

Tot op heden hebben wij echter helaas nog geen reactie mogen ontvangen op onze uitnodiging om een afspraak te maken.

Meer hierover

Opening Lelystad leidt tot meer herrie rond Schiphol

Nogmaals: Waarom Lelystad Airport een heel slecht plan is.

De noden van Nederland zullen Schiphol een worst wezen

Stop groei van Schiphol en stel kwaliteit weer centraal

De feiten over vakantievluchten uitplaatsen naar Lelystad Airport: de VVR

Vlootvernieuwing KLM: geen hoorbaar verschil voor omwonenden

Wat is het werkelijke effect van de ‘vlootvervanging’ van de KLM, als 20% van de vliegtuigen van de KLM-vloot worden vervangen door nu in bestelling zijnde moderne toestellen? Geluidsexpert en oud- overheidsadviseur drs Ton Tukkers analyseerde het effect en zette de cijfers voor ons op een rijtje.
Conclusie is dat het gewogen gemiddelde van de geluidhinder van de gehele KLM-vloot,  met 0,6 tot 0,8 EPNdB (Effective Perceived Noise in dB) zal afnemen.

Slecht nieuws voor omwonenden die hier niets van zullen merken.

De huidige vloot van de KLM (meetmoment juli 2024) omvat 105 toestellen, het plan is om hiervan 21 toestellen te vervangen door moderne vliegtuigen. (Wanneer deze toestellen daadwerkelijk zijn vervangen is niet bekend.)

Deze berekening laat het effect zien op de gewogen gemiddelde geluidbelasting van de KLM-vloot als 21 oude toestellen worden vervangen door de 21 nieuwe toestellen die nu in bestelling zijn.

In dit onderzoek is er van uitgegaan dat de bestelde vliegtuigen dienen ter vervanging van de oudste exemplaren. Dus  9 x A321-252NX vervangt B737-900 (gem. 22 jaar) en 12 x B787-10 vervangt B777-206ER (gem 20,6 jaar).

De gewogen gemiddelde EPNdB-waarden voor de gehele KLM-vloot veranderen dan als volgt:

Het vervangen van de 20% oudste toestellen door de meest moderne die nu beschikbaar zijn heeft slechts een vermindering van 0,6 to 0,8 EPNdB tot resultaat. Dit verschil is voor omwonenden niet op te merken.

Een geluidsreductie van 0.8 dB is niet waarneembaar. Maar als je het omrekent naar de hindersom is er sprake van 17% reductie. Dat klinkt heel positief.  De huidige minister spreekt wel over “geluidswinst” door moderne “stillere” vliegtuigen en koppelt dit aan de mogelijkheden tot groei op Schiphol. (lees hier over het maatregelenpakket)

 

Uitleg van gebruikte methode :

EPNdB (Effective Perceived Noise in dB) is een maat voor de geluidhinder Tijdens de passage van een vliegtuig. Gedurende 10 seconden worden geluidsgegevens verzameld die vallen binnen 10% van de maximaal gemeten waarde en omgerekend naar één getal. Tijdens de passage van een vliegtuig wordt zo rekening gehouden met zowel het voorwaartse als het achterwaartse geluid.

Ieder vliegtuig heeft een eigen geluidscertificaat. Daarvoor worden in de praktijk drie metingen uitgevoerd, te weten:

Lateral
Direct na het opstijgen met vol vermogen, in beide richtingen zijwaarts gemeten op een afstand van 450 m;
Flyover
Gemeten tijdens het overvliegen op een afstand van 6000 meter vanaf de start
Approach
Gemeten onder de vliegroute tijdens naderen voor het landen op afstand van 2000 meter van landingsbaan.

Belangrijk is om te weten is dat de laagst gemeten frequentie 50 Hz is, dat betekent dat de certificaten geen informatie geven over het laag frequent geluid wat bij vliegtuigen wel aanwezig is.

Wereldwijd zorgen vliegtuigspotters ervoor dat van alle vliegmaatschappijen ter wereld up-to-date gegevens beschikbaar zijn van de samenstelling van de luchtvloot met in begrip van de geplaatste bestellingen (www.planespotters.com). Dus ook van de KLM. In de tabel hieronder wordt hiervan een overzicht gegeven. Per vliegtuigtype zijn de bijbehorende certificaten gebruikt.

*)Van het type B777-206ER was geen informatie beschikbaar; in plaats daarvan is gebruik gemaakt van B777-200LR.

De in de tabel vermelde geluidhinder gegevens als EPNdB zijn overall gemiddelden, waarbij bij de berekeningen rekening is gehouden met het logaritmische karakter van de geluidsgegevens.

Deze opzet is beperkt tot ‘KLM Royal Dutch Airlines’, maar het overzicht is volgens dezelfde methodiek uit te breiden tot bijvoorbeeld KLM Cargo, KLM Cityhopper en wellicht ook Transavia.

Wij werden er op gewezen dat er meerdere bronnen zijn waarop is te vinden welke toestellen in bestelling zijn, in deze bron wijken de huidige bestellingen af van wat in eerste instantie is meegenomen in de beoordeling.
Wanneer in bestelling zijnde toestellen worden geleverd is wat onduidelijk, tevens lijkt er op dit moment onduidelijkheid te bestaan over de financiële situatie bij KLM òf alle voorgenomen vervangingen ook betaald kunnen worden. https://www.upinthesky.nl/2024/09/14/klm-personeel-luidt-noodklok-we-slaan-door/#google_vignette
Als we de bronnen samenvoegen en dezelfde berekening uit laten voeren , dan veranderen de getallen iets, maar nog altijd zo marginaal dat omwonenden het verschil niet zullen merken.
Onze conclusie dat de vlootvernieuwing voor de omwonenden geen hoorbaar verschil oplevert blijft wel onveranderd.
Meerdere analyses leiden tot dezelfde conclusie.

In het artikel van de ILT (Inspectie Leefomgeving en Transport): ‘Staat van de Luchtvaart 2023’ Is in hoofdstuk 11, met de titel: Meer hinder Schiphol ondanks stillere vloot, dezelfde conclusie getrokken.  Lees het rapport.

drs Ton Tukkers
‘Universiteit Utrecht fysische en analytische chemie. Adviseur waterzuivering, industrieel afvalwater, bodem- en luchtverontreiniging. Vanaf 1980 in zelfstandig bedrijf met eigen laboratorium. Onder meer beleidsonderbouwende adviezen aan rijksoverheid voor normstelling bodemkwaliteit. Lid van Stuurgroep Bodem van VNO/NCW. Sinds 2018 actief bij SATL.’

Nogmaals: Waarom Lelystad Airport een heel slecht plan is.

Hoe maken we Nederland mooier? Hoe zorgen voor een optimale leefomgeving? Dat vraagt om zorgvuldige afwegingen en feitelijk onderbouwde besluiten. Ten aanzien van de Lelystad Airport zien we de afgelopen jaren een patroon van het steevast verkeerd of niet informeren van publiek, bestuurders en volksvertegenwoordigers. Er wordt als het ware een loopje genomen met de feiten.  De positieve effecten van Lelystad Airport worden steevast overdreven, de negatieve effecten gebagatelliseerd of weggecijferd op papier.  Met als gevolg: verkeerde aannames en verkeerde besluiten.

SATL heeft de feiten samengebracht, inclusief een tijdslijn.

Feiten Lelystad Airport-april-2024

Besluiten op verkeerde gronden

Eerdere besluiten, over het onder voorwaarden openen van Lelystad Airport, zijn op verkeerde gronden genomen. Tel daarbij op de negatieve effecten van nog een vliegveld in ons kleine volle land, het onoplosbare probleem van laagvliegroutes en het tanende politieke en maatschappelijk draagvlak voor almaar verdere groei van de luchtvaart in Nederland.

In januari 204 heeft de Tweede Kamer met ruime meerderheid de motie aangenomen om Lelystad Airport niet te openen voor groothandelsverkeer. Een verstandig besluit. De luchtvaart is er tenslotte voor Nederland en niet andersom.

Feiten

In de loop der jaren is dossier Lelystad Airport een complex gebeuren geworden. De ‘frames’, toezeggingen, beloftes, meningen en technische aspecten vliegen je om de oren. Maar wat zijn nu de feiten? Hoe heeft het zo mis kunnen gaan? Hoe kan het dat zoveel geld is geinvesteerd in een slecht plan?

We hebben gepoogd de feiten bij elkaar te brengen, inclusief een tijdslijn. Zo krijg je snel en eenvoudig een beeld van de gang van zaken.

Feiten Lelystad Airport-april-2024

Luchtvaart frames

We kunnen een bingo-kaart opstellen van de almaar herhaalde frames van de luchtvaart, bedoeld om politiek en samenleving te overtuigen van het nut van Lelystad Airport.

  • Lelystad Airport is goed voor de economie!

Feit: De daadwerkelijke economische bijdrage is marginaal. Lelystad Airport zal nooit rendabel worden en brengt grote schade toe aan oa. de recreatiesector en waarde van woningen. 

Lees er hier meer over.

  • Lelystad Airport zal de Schiphol – regio ontlasten!

Feit: Helaas niet waar. Voor Nederland in totaal betekent opening Lelystad Airport juist meer overlast. Slots die vrijkomen op Schiphol zullen worden ingevuld door grotere intercontinentale vliegtuigen.

Lees er hier meer over.

  • Er is al zoveel geinvesteerd in Lelystad Airport, zonde om het niet te gebruiken! 

Klinkt logisch, maar is dat ook zo? Er zal nog honderden miljoenen euro’s geinvesteerd moeten worden om deze luchthaven operabel te krijgen. Deze econonomische valkuil heet de ‘sunc cost fallacy’.

Lees er hier meer over

  • Lelystad Airport heeft een ‘overloop’ functie en gaat alleen vluchten overnemen van Schiphol! .  Zo is het ‘verkocht’ aan de Tweede Kamer. Maar dit is niet uitvoerbaar in verband met Europese concurrentieregels. Deze informatie was bekend bij Schiphol en ministerie van IenW, maar zorgvuldig achtergehouden voor de Tweede Kamer.  Dit zou betekenen dat Lelystad Airport autonoom zou kunnen groeien met naar verwachting voornamelijk buitenlandse low-cost cariers (budget maatschappijen). 

Als je naar de feiten kijkt, is maar 1 conclusie mogelijk: Lelystad Airport is gewoon een heel slecht plan. 

Waarom is er geen samenhang tussen het ervaren van geluidsoverlast en het gemeten geluid?

Geluidsoverlast van vliegtuigen wordt voornamelijk veroorzaakt door de lagere frequenties. Maar die worden met huidige meetmethodes met de gebruikte A-correctie (dB(A)) zwaar onderschat. Hierdoor vallen klachten over geluidsoverlast niet samen met het gemeten geluid.
Onderzoek wijst uit dat er pas een samenhang is tussen de geluidsmeting en de overlast, als bij de geluidsmeting de zgn C-correctie (dB(C)) wordt toegepast.

LAAG FREQUENT GELUID
De sterkte van geluid drukken we vaak uit in éen getal (dB; decibel), maar net als licht is geluid samengesteld uit verschillende ‘kleuren’.
Het menselijk oog ziet maar een deel van het licht, zoals vaak duidelijk zichtbaar is als er een regenboog ontstaat. Wat we niet zien van het licht bestaat natuurlijk ook. Denk hierbij maar aan zowel infrarood als ultraviolet licht.
Ook geluidstrillingen kunnen we maar voor een deel waarnemen van zeer lage tonen met een frequentie van ongeveer 20 trillingen per seconde (20 Hz; Hertz) tot zeer hoge tonen met ongeveer 20.000 Hz. Naarmate we ouder worden kan onze gevoeligheid voor het horen van hoge en lage tonen afnemen. Met iedere verdubbeling van de geluidsfrequentie klinkt het geluid een octaaf hoger. Denk hierbij aan de A waarmee muziekinstrumenten worden gestemd bij 440 Hz. Geluid van de hieronder genoemde frequentie van 1000 Hz klinkt dus ruim een octaaf hoger.
In het oor zitten duizenden trilharen, die elk bij een specifieke geluidsfrequentie gaan meetrillen en zo een signaal doorgeven aan de hersenen. Het aantal trilharen in het oor dat gevoelig is voor de lagere frequenties is veel kleiner dan die voor de hogere tonen. Dat betekent dat we doorgaans ongevoeliger zijn voor het horen van laagfrequent geluid.
De maat waarin we de geluidssterkte uitdrukken in dB (decibel) geeft aan hoeveel malen sterker het geluid is in vergelijking met de laagste gehoordrempel. De dB-schaal is een logaritmische schaal.
Er is een methodiek ontwikkeld om de geluidssterkte van verschillende frequenties om te rekenen naar de beleving van geluid bij 1000 Hz, welke frequentie als standaard genomen wordt. In de tweede helft van de twintigste eeuw is in Japan veel laboratoriumonderzoek verricht naar de beleving van geluid. Proefpersonen werd gevraagd om de sterkte van geluid van verschillende frequenties naar hun beleving in overeenstemming te brengen met de als standaard gekozen geluidssterkte bij 1000 Hz. Op deze wijze werd de gevoeligheid van het menselijk oor voor verschillende delen van het geluidsspectrum in kaart gebracht.
Dit onderzoek werd achtereenvolgens uitgevoerd bij verschillende geluidssterktes, vanaf omgevingsgeluid bij omstreeks 40 dB tot hard geluid (tot ver boven 80 dB).
De resultaten van dit uitvoerige onderzoek hebben geleid tot het opstellen van de isonorm
ISO226; rev. 2003.

Op basis hiervan is een lijst opgesteld met correctiefactoren om de gemeten geluidssterkten van verschillende delen van het spectrum in overeenstemming te brengen met de gevoeligheid van het menselijk oor. Voor normaal omgevingsgeluid zijn getalswaarden gerapporteerd waarmee de gemeten geluidssterkte in dB per octaafband moet worden verminderd dan wel vermeerderd. Deze correctie van de gemeten waarden noemen we de A-correctie en de aldus berekende geluidssterkte wordt weergegeven als dB(A). Als voorbeeld geef ik hieronder een beperkt aantal A-correctiewaarden:


Wat hierbij opvalt dat voor omgevingsgeluid het gemeten laagfrequente geluid extreem naar beneden wordt gecorrigeerd.
Bij 16 Hz wordt er maar liefst 57 decibel naar beneden gecorrigeerd!

In de onderzoekingen in Japan is ook gebleken dat de gevoeligheid van de proefpersonen voor laagfrequent geluid sterk toeneemt als het geluid harder wordt. Een verklaring hiervoor is dat niet alleen het aantal voor laagfrequent geluid gevoelige trilhaartjes in het oor van belang is, maar ook het feit dat delen van het lichaam gaan meevibreren. Zo kan het hart bijvoorbeeld in harmonische trilling komen bij ongeveer 80 Hz, terwijl andere organen dit weer bij andere specifieke frequenties doen met alle gezondheidsrisico’s van dien.

Dit is de reden dat er een tweede correctietabel is opgesteld voor hard geluid, met name in verband met deze sterk toenemende gevoeligheid voor laag frequent geluid. Dit wordt de C-correctie genoemd en de hiermee berekende geluidswaarden worden uitgedrukt in dB(C).
Onderstaande tabel geeft een indruk van de onderlinge verschillen tussen de A- en C-correctie voor enkele frequentiegebieden:

 

Wanneer hard geluid niet volgens de C- correctie, maar volgens de A-correctie wordt omgerekend, dan betekent dit dat de bijdrage van het laagfrequent geluid vrijwel geheel wordt weggerekend, alsof het niet zou bestaan. Met gebruik making van de C-correctie, zoals voorgeschreven, wordt in het lage gebied ongeveer 50 dB minder afgetrokken van de gemeten geluidsdrukken dan volgens dB(A).

Echter, in de dagelijkse praktijk wordt nog steeds uitsluitend gerekend met dB(A)-waarden. De in gebruik zijnde geluidsmeters zijn vrijwel alle alleen maar voorzien van een A-filter. Volgens deze methode wordt er dan geen of vrijwel geen storende aanwezigheid van laagfrequent geluid aangetoond ondanks de vele bestaande klachten, en dat terwijl een en ander al geruime tijd bekend is, zoals blijkt uit publicaties in het eerste decennium van deze eeuw.

In 2007 werd in opdracht van de FAA, de NASA en Canadian Transport gezamenlijk uitgebreid onderzoek verricht met als belangrijke conclusie dat in het geval van de aanwezigheid van laagfrequent geluid alleen de C-correctie moet worden toegepast omdat met de A-correctie geen correlatie wordt gevonden met aanwezige klachten. Een min of meer gelijkluidende conclusie is ook te vinden in een rapport van de NLR uit 2009 naar aanleiding van bij de Polderbaan van Schiphol verrichte onderzoekingen.

Het Amerikaanse onderzoek uit 2007 werd uitgevoerd bij Dulles-Washington International Airport tijdens het optrekken bij de start en het afremmen tijdens de landing. Hoe meer motorvermogen, des te meer laagfrequent geluid.

De effecten en de hinder van het laagfrequent geluid konden, berekend als dB(C)-waarden, voor 90% gelinkt worden aan klachten van omwonenden.
In dit onderzoek is daarnaast ook uitgebreid aandacht besteed aan de invloed op omliggende gebouwen, en de mogelijkheden van geluidsisolatie.
Zie pag. 98 – 101 van dit onderzoeksrapport:
https://web.mit.edu/aeroastro/partner/reports/proj1/lfnreport-2007-001.pdf

Het onderzoek van de NLR werd uitgevoerd naar aanleiding van destijds al snel optredende klachten van omwonenden van de Polderbaan van Schiphol, die in 2003 in gebruik werd genomen. Dit zogenoemde ‘grondgeluid’ vertoonde pieken rond 32 Hz in het laagfrequente gebied.

De klachten konden niet verklaard worden aan de hand van de dB(A)-waarden, maar wel heel goed aan de hand van de dB(C)-gecorrigeerde waarden, wat dus duidt op een directe relatie met laagfrequent geluid.
In het gevoeligste frequentiegebied tussen ca. 32 en 40 Hz worden geluidssterktes tussen 80 en 85 dB als hinderlijk gerapporteerd, terwijl bij waarden hoger dan 85 dB sprake kan zijn van een beklemmend gevoel van trillingen op de borst.

Zie pag. 7 van dit onderzoeksrapport en het diagram op pag 9 :
https://reports.nlr.nl/server/api/core/bitstreams/37a3ffa1-0e2c-4d63-a9d1-3d6a49af4436/content

Bekend is dat geluidsspectra doorgaans opgenomen worden met een ondergrens van 125 dB, terwijl de nadelige effecten van geluid met veel lagere frequenties al uitgebreid onderzocht en gerapporteerd zijn.

Mijn conclusies zijn dan ook:

1. Geluidsspectra dienen te worden opgenomen in het frequentiegebied van 16 Hz en hoger, en niet – zoals nu vaak het geval – vanaf 125 Hz.
2. In het geval van geluidsdrukken van 80 dB en hoger moet gecorrigeerd worden met de C-correctie tot dB(C) waarden. Gebruik making van de A-correctie leidt tot een wegberekenen c.q. ontkennen van laagfrequent geluid.

Ton Tukkers
21-1-2024

Nieuwe generatie KLM vliegtuigen niet ‘stiller’ in de praktijk.

In Londen is uitgebreid onderzoek gedaan naar de Airbus A220. Het type vliegtuig waar KLM er héél veel van gekocht heeft. Het betreft geen onderzoek op papier, maar feitelijke metingen. 

Wat blijkt?

“The noisiest plane was the new generation Airbus A220 / Embrear 195-E2, claimed to be a ‘quiete’ plane.”

Lees het onderzoek hier: London City Airport Noise 5 Feb 2023

 

 

Meer hierover:

https://www.nd.nl/varia/varia/1192883/air-france-klm-bestelt-vijftig-schonere-vliegtuigen-bij-airbus

Air France-KLM koopt zeker 100 toestellen van Airbus

Wethouder Nobel (H’meer) erkent dat stille vliegtuigen loze belofte zijn

ALs Lelystad Airport opent, dan komen er wel nachtvluchten

Helaas, maar waar. Als Lelystad Airport opent, krijgen omwonenden en mensen die wonen onder de laagvliegroutes, recreanten en recreatie ondernemers ook in de nacht overlast van laagvliegende vliegtuigen. Dit ondanks de belofte van Schiphol en het ministerie van Infrastructuur & Waterstaat aan de Tweede Kamer dat er géén nachtvluchten komen op Lelystad Airport.

Schiphol en het ministerie proberen de nachtvluchten op papier handig weg te definieren door te spreken over de ‘randen van de nacht’ en later zelfs ‘randen van de dag’. Maar het feit blijft dat als Lelystad Airport opent, omwonenden, recreanten en ondernemers ook in de nacht overlast zullen ondervinden van laag overvliegende vliegtuigen.

Lees hier alles over de schadelijke nachtvluchten.

Nieuw onderzoek wijst uit: Lawaai verhoogt kans op dementie

Niemand houdt van lawaai in zijn buurt, zoals van passerend verkeer of bouwwerkzaamheden, maar we staan er niet dikwijls bij stil in welke mate dergelijke storende geluiden slecht zijn voor onze gezondheid. Nu blijkt uit Amerikaans onderzoek dat mensen die in een lawaaierige buurt wonen, een verhoogd risico lopen op cognitieve achteruitgang – die vaak uitmondt in dementie – en specifiek de ziekte van Alzheimer.

Lees het hele artikel hier.

Het is al een tijd bekend dat langdurige blootstelling aan lawaai kan bijdragen tot de ontwikkeling van een hele rits van gezondheidsproblemen. Het kan onder andere zorgen voor stress, concentratieproblemen, vermoeidheid, communicatiemoeilijkheden, hart- en vaatziekten, gehoorverlies, tinnitus en cognitieve stoornissen. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) gaan er door geluidsoverlast onrechtstreeks ieder jaar ongeveer een miljoen gezonde levensjaren verloren in West-Europa, met hart- en vaatziekten als de belangrijkste directe doodsoorzaak.

Grote verschillen tussen geluidshinder

Om na te gaan in hoeverre achtergrondlawaai een rol speelt in de ontwikkeling van dementie, bestudeerden Amerikaanse onderzoekers de verzamelde gegevens van zo’n 5.200 65-plussers. 30% van deze mensen leed aan matige cognitieve verzwakking, dikwijls een voorbode van dementie, en 11% aan de ziekte van Alzheimer – wat een specifieke vorm van dementie is. De deelnemers werden onder andere getest op hun oriëntatievaardigheden, geheugen en taalvermogen. Bovendien werd voorafgaand aan de testen gedurende vijf jaar het gemiddelde lawaainiveau overdag gemeten in de buurt waarin ze woonden.

Er bleken grote verschillen te zijn tussen de dagelijkse niveaus van geluidshinder waaraan mensen werden blootgesteld. De dagelijkse gemiddelden varieerden tussen de 51 en 78 decibels, wat zo ongeveer staat voor het onderscheid tussen een relatief kalme buitenwijk en een stedelijke omgeving dicht bij een drukke autosnelweg.

Verband lawaai en dementierisico

De onderzoekers stelden opmerkelijk genoeg vast dat elke verhoging van 10 decibel in het dagelijks gemiddelde van achtergrondlawaai het risico op matige cognitieve achteruitgang met 36% vergrootte, en dat op alzheimer met 29%. Het risico werd dus in beide gevallen met ongeveer een derde verhoogd per stijging van 10 decibel. Het verband was het duidelijkst in armere buurten, die ook het meest te lijden hadden onder storende omgevingsgeluiden.

Wat de precieze redenen zijn voor deze link, moet nog verder uitgezocht worden, maar de onderzoekers gaven al een mogelijke verklaring. Ze wijzen erop dat een overmatige blootstelling aan lawaai kan leiden tot slaapgebrek, gehoorverlies, versnelde hartslag, vernauwing van de bloedvaten en een verhoogde bloeddruk – en al deze zaken houden verband met een verhoogd risico op dementie.

Oproep tot maatregelen

De onderzoekers roepen op tot meer aandacht voor de gevolgen van lawaaioverlast en tot actie om dit probleem te bestrijden. Ze geloven dat hun analyse kansen biedt om de algemene volksgezondheid gevoelig te verbeteren, aangezien er verschillende maatregelen genomen kunnen worden om de blootstelling aan geluidshinder te verminderen. Naar schatting leven op dit moment zo’n 125 miljoen Europeanen in een buurt met verkeerslawaai van gemiddeld meer dan 55 decibel op de achtergrond, dus boven de limiet van wat door de WHO als veilig wordt geacht.

Bronnen

https://newsroom.wiley.com

https://www.science.org.au

http://www.sciencetimes.com

https://www.nytimes.com

https://alz-journals.onlinelibrary.wiley.com

Studie naar geluidsoverlast: Géén garantie dat nieuwere vliegtuigen ook daadwerkelijk stiller zullen zijn.

Het Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum publiceerde in oktober 2019 een uitgebreide studie naar de geluidsoverlast van toekomstige vliegtuigen richting 2050. Centrale vraag: Hoeveel stiller worden toekomstige vliegtuigen?

Download het onderzoek hier

Geen garantie over afname geluid

Het onderzoek durft  géén garantie te geven over afname van geluid van toekomstige vliegtuigen. Afgezien van  mitsen en maren staat op pag. 18 een voorspelling van geluidsreducties per categorie vliegtuigen tussen 2018 en 2050:

  • Regional Jets (vliegtuigen voor de korte afstand van Embraer en Bombardier):  afname met 22 EPNdB vanaf ca. 272 cum. noise level
  • Small range jets (vliegtuigen voor de middellange afstand): afname met 22 EPNdB vanaf ca 279 cumulatief noise level
  • Long range jets (2-motorig) (intercontinentale vliegtuigen): afname met 17,5 EPNdB vanaf ca 281 cumulatief noise level

Voorspelling: Kleine geluidsafname waarschijnlijk teniet gedaan door grotere vliegtuigen

In de logaritmische schaal van EPNdB is de voorspelde geluidsafname dan ca. 8% in 32 jaar (van 2018 tot 2050), met als kanttekeningen van het LNR dat dit waarschijnlijk niet gehaald zal worden.

Wat het onderzoek wél laat zien is: Wanneer de vliegtuigen worden vervangen door nieuwere types van gelijk gewicht is er met name een afname in geluid bij de start. Maar er is een hele grote maar... Want wanneer deze vervangende vliegtuigen groter en zwaarder zijn, wat de laatste jaren steeds de ontwikkeling is omdat er steeds meer passagiers worden vervoerd in grotere vliegtuigen, dan wordt deze geluidswinst teniet gedaan.

Letterlijk staat er: "Indien vliegtuigen in de vloot geruild worden voor een groter type:
– Weinig effect op relatieve geluidniveaus
– Toename van absolute geluidniveaus
– Dit kan reducties door technologische vooruitgang (deels) teniet doen"

In het onderzoek wordt verder uitgebreid gesproken over een heel ander soort vliegtuig dat geluidsarmer zou zijn. Echter, de vliegtuigen die nu en de komende jaren verkocht worden en weer 20-30 jaar mee zullen gaan, worden gekocht bij vliegtuigfabrikanten die deze vliegtuigen niet in het assortiment hebben.

Meer over 'stillere vliegtuigen'

Lees ook:

Advies Alders: Effect ‘stillere’ vliegtuigen op leefbaarheid nagenoeg nul

In 2019 brengt Hans Alders namens de Omgevingsraad Schiphol desgevraagd een advies uit aan de minister van IenW.

Centrale vraag hoe de luchthaven zich kan ontwikkelen in balans met de omgeving. Er volgt een breed advies. Specifiek ten aanzien van de geluidsoverlast is de conclusie: Het effect van 'stillere' vliegtuigen op de leefbaarheid is nagenoeg nul.

Effect 'stillere vliegtuigen' nagenoeg nul

Het effect dat stillere vliegtuigen hebben op de leefbaarheid is niet of slechts beperkt waarneembaar. Dat stelt Hans Alders in zijn verslag van het advies van de Omgevingsraad Schiphol (ORS). Hij zegt dat een 'stiller' vliegtuig dat overvliegt nog steeds een erg hoog volume produceert, dat niet of als amper minder geluid wordt ervaren. Integendeel, het woonklimaat wordt ernstig geschaad.

Letterlijk wordt in het advies gesteld: 'Naarmate het volume van het aantal vliegtuigbewegingen toeneemt wordt steeds pregnanter de vraag gesteld waar de grens ligt van wat redelijkerwijs van de omgeving, en in het bijzonder het binnengebied, gevraagd kan worden aan het accepteren van hinder. Een belangrijk probleem dat zich voordoet is dat hinderbeperking die de luchtvaartsector realiseert door steeds minder geluidsproducerende vliegtuigen nauwelijks of niet waarneembaar is op de hoogte, vooral in het binnengebied, waarop de vliegtuigen passeren. Ieder individueel vliegtuig produceert daarbij voor de omwonende een buitengewoon hoog geluidvolume.

Geluidsreductie op papier, maar overlast stijgt

Voor de collectieve geluidsberekening in het stelsel van gelijkwaardigheid maakt deze reductie wel degelijk uit. Zij leidt namelijk tot een verdere volumegroei, ook al wordt die gehalveerd door de 50-50 regel. Daarmee is dus de paradox gecreëerd dat een geluidsreductie leidt tot een aanzienlijke volumestijging en daarmee gepaard gaande toename van overlast in het binnengebied, zonder dat de omwonenden daar iets merken van de hinderafname. Integendeel, hun woonklimaat wordt ernstig geschaad.

Lees hier het hele advies.

Meer

Meer over ‘stillere vliegtuigen’

Analyses Belevingsvlucht / meten en berekenen

SATL trekt op basis van deze analyses de volgende conclusies:
1. De geluidmetingen van de belevingsvlucht blijken significant hoger te zijn dan de
modelberekeningen die in de MER voor ‘Lelystad’ zijn gebruikt;
2. De gebruikte methode van meten tijdens de belevingsvlucht wijkt niet wezenlijk af
van de wijze, waarop vliegtuigfabrikanten de geluidtabellen voor de
modelberekeningen zelf bepalen en aanleveren aan ICAO;
3. De kans dat op alle meetpunten een dergelijke significante afwijking gemeten wordt,
is statistisch gezien vrijwel onmogelijk;
4. De kans dat de verwachtingswaarde tussen 57.0 dB(A) en 59.2 dB(A) is 98.7%,
Daarmee zijn de meetwaarden minimaal 2.6 dB(A) hoger dan de berekend waarden
(5. Inclusief correcties voor o.a. motortype en startgewicht bedraagt de afwijking 3 tot 6
dB(A). De hogere piekwaarde van 3 tot 6 dB(A) komt overeen met de gelijktijdige
passage van 2 tot 4 identieke vliegtuigen volgens de modelberekeningen;
6. De systematische afwijkingen tussen metingen en berekeningen vallen niet binnen
de marges van +/- 2 dB(A), die daarvoor gelden volgens de Europese richtlijnen voor
kartering van omgevingslawaai 2015/9961;
7. Aangetoond is dat er wel degelijk een directe relatie is tussen LAmax en Lden . Uit deze
relatie volgt, dat de Lden 3 tot 5 dB(A) hoger komt te liggen. De MER is daarom op
onjuiste Lden-waarden gebaseerd en geeft daarmee geen realistisch beeld van de
mogelijke geluidseffecten;
8. De significant hogere waarden, die uit de geluidmetingen blijken, zijn in lijn met de
gebruikelijke afwijkingen tussen metingen en modelberekeningen Bekend is dat de
modelberekeningen met het NRM systematisch lagere geluidwaarden opleveren dan
de metingen;
9. Verontrustend is, dat het nieuwe rekenmodel DOC.29 gemiddeld een nog grotere
afwijking oplevert dan het ‘oude’ model NRM. Dit blijkt uit de trendvalidatie van
DOC.292.